1. Ik wil heel graag in deze buurt oud worden
- Is er een winkel, apotheek, huisarts en bushalte op loopafstand?
- Is de buurt veilig?
- Is de verstandhouding met de buurtgenoten goed?
- Zijn er kinderen, goede buren of vrienden in de buurt die kunnen helpen als het misschien nodig wordt (mantelzorg)?
- Is er een ontmoetingscentrum zoals een buurthuis, wijkcentrum of dienstencentrum?
- Voor echtparen: is de woning of de buurt ook geschikt voor één alleen?
Heb je op één of meer keer ‘nee’ geantwoord? Dan zal de buurt op den duur waarschijnlijk niet voldoen. Verhuizen is dan (helaas) een betere optie.
2. Ik wil in mijn woning blijven
Hoe fijn een huis ook is: de woning is óók een plek waar veel valpartijen plaatsvinden. Bijvoorbeeld doordat een drempel te hoog is of je badkamer niet is aangepast. Gelukkig zijn er veel slimme verbeteringen mogelijk. Denk aan functionele en veilige badkamers, verlichting die automatisch aan gaat (ook op de route van bed naar toilet) en een tweede trapleuning. Veel gemeenten bieden hulp om in kaart te brengen wat nodig is om thuis te blijven wonen. Sommige gemeenten hebben een ouderenadviseur. Deze kan eventueel ook verwijzen naar deskundige vrijwilligers of professionals. Uiteraard kun je op basis van advies altijd je eigen keuzes maken.
2.1 Verbouwen
Een huis blijft langer geschikt als op de begane grond een slaap- en badkamer aanwezig zijn. Zijn die er niet, maar is achter het huis wel voldoende ruimte? Dan kan daar in veel gevallen woonruimte worden aangebouwd. Goed om te vermelden is, is dat in de meeste gevallen kan dit zelfs zonder vergunning, onder voorwaarde dat de aanbouw niet meer dan de helft van de tuin in beslag neemt (uitgaande van een achtererf van maximaal 100 m2). Zorg altijd voor voldoende ruimte rondom het bed, in de badkamer(min. 4 m2) en bij het toilet, zodat die ook met een rolstoel bereikbaar zijn. Als de bad- en slaapkamer naast elkaar liggen, is er misschien een doorgang te maken zodat ze beter toegankelijk worden. In de badkamer is een inloopdouche veel veiliger en comfortabeler dan een badkuip of een douchecabine met hoge instap. Bekijk de perfecte badkamer hulpmiddelen.
2.2 Tip
Een huis verbouwen is duur. En een lening is niet altijd makkelijk te krijgen. Steeds meer gemeenten bieden huiseigenaren die hun woning levensloopbestendig willen maken daarom een ‘blijverslening’. Vraag ernaar bij de gemeente.
2.3 Huurhuis aanpassen
Ook huurders mogen (laten) klussen in hun huurwoning, zolang de aanpassingen een verbetering zijn en geen afbreuk doen aan de verhuurbaarheid. Hoewel de regels hiervoor een stuk soepeler zijn dan een aantal jaren geleden, is het raadzaam vooraf contact op te nemen met de verhuurder. Veel woningcorporaties hebben zogenoemde klusfolders met toegestane materialen en werkwijzen. Zijn die instructies er niet of wil je ervan afwijken, dan is schriftelijke toestemming nodig. Een huurder die handelt volgens deze regels, hoeft de woning na afloop niet in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Ook kleine veranderingen hoef je bij een verhuizing niet terug te draaien. Denk aan veranderingen zoals handgrepen, een extra trapleuning of de verwijdering van drempels, die zonder veel kosten weer in de oorspronkelijke staat terug te brengen zijn. Voor het ingrijpend verbouwen van een huurwoning is altijd toestemming nodig.
Uitzondering
Een uitzondering geldt wanneer de woningaanpassingen noodzakelijk zijn in verband met een handicap of ziekte en wanneer hiervoor een vergoeding is toegekend vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of Wet langdurige zorg (Wlz). Als de nood aan de man komt, mag een zorgunit inclusief badkamer en wc worden aangebouwd, waarin iemand die langdurig aan bed gekluisterd is, kan worden verzorgd. Deze zorgkamer wordt dan na afloop weer verwijderd.
3. Ik wil naar een seniorenwoning
Een seniorenwoning (ook wel nul-treden-woning of levensloopbestendige woning genoemd) is gebouwd of aangepast voor mensen van 55 jaar en ouder en is bedoeld om tot op hoge leeftijd zelfstandig te blijven wonen. Kenmerken zijn: gelijkvloers, brede gangen en deuropeningen, geen drempels. In veel gevallen heeft een seniorenwoning ook een zorgbadkamer, waarin veel ruimte is om met een rolstoel te kunnen manoeuvreren. De meeste gemeenten en woningcorporaties bieden seniorenwoningen aan via het gemeentelijke of regionale woningtoewijzingssysteem, waarvoor inschrijving noodzakelijk is. De wachtlijst varieert per regio. Het kan handig zijn hier alvast naar te informeren, ook als een verhuizing voorlopig niet aan de orde is.
Zowel koop als huur
Seniorenwoningen zijn er zowel in de huur- als koopsector. Wie een (gezamenlijk) inkomen heeft tot €35.739 (2016) komt zonder meer in aanmerking voor een sociale huurwoning met een huur tot maximaal €710,68. Woningzoekenden met een hoger inkomen kunnen toch in aanmerking komen voor een sociale huurwoning als zij een zorgindicatie hebben van minimaal 10 uur per week. Verder mogen woningcorporaties 10 procent van hun woningvoorraad verhuren aan mensen met een middeninkomen (tussen €35.739 en €39.874). Voor welke inkomensgroepen de woning bestemd is, staat er meestal bij in de advertentie. Een woning in de vrije sector is doorgaans makkelijker te vinden. Hiervoor geldt vaak een minimuminkomen van driemaal de brutohuurprijs.
4. Ik wil… mensen om me heen
Gemeenschappelijk wonen is een uitkomst voor mensen die hun zelfstandigheid willen behouden, maar ook graag gezelligheid in de buurt hebben. In een woongemeenschap hebben de bewoners ieder hun eigen woonruimte. Daarnaast kunnen ze gebruikmaken van gemeenschappelijke voorzieningen. In deze woonvorm is hulp altijd nabij. Daar staat tegenover dat van nieuwe bewoners ook hulpvaardigheid wordt verwacht. Om die reden nemen veel woongemeenschappen alleen nieuwe bewoners aan die nog (betrekkelijk) jong zijn. De Landelijke Vereniging Gemeenschappelijk wonen van Ouderen heeft een overzicht van groepswoningen. Vraag ook de gemeente naar mogelijkheden voor gemeenschappelijk wonen in de omgeving.
5. Ik wil… zorg in de buurt
In de vroegere verzorgingshuizen gingen wonen en zorg hand in hand. Tegenwoordig zijn wonen en zorg gescheiden. Wel bestaan er nog steeds aanleunwoningen en serviceflats; bewoners kunnen er gebruikmaken van de service van een zorginstelling. Aanleunwoningen zijn er zowel in de sociale als vrije huursector en liggen vlak bij een verzorgings- of verpleeghuis. Wie ervoor in aanmerking wil komen, moet zich inschrijven bij de betreffende instelling of woningcorporatie en/of de gemeente. Soms helpt een zorgindicatie.
6. Ik heb acuut zorg nodig
In het geval van een handicap of ziekte wordt de wijkverpleging ingeschakeld voor de eerste zorg. Mochten woningaanpassingen nodig zijn (zoals een traplift, oprijplaten voor een rolstoel, elektrische deuropeners), dan worden die soms door de gemeente vergoed. Aanvragen kan via het Wmo-loket van de gemeente. Aan de hand van het inkomen wordt een eigen bijdrage berekend. Ook een prefab zorgunit op de begane grond wordt soms vanuit de Wmo vergoed. Onder de noemer ‘zorgwonen’ zijn diverse woonvormen te vinden voor mensen die lichte zorg nodig hebben. Hier wordt meer op de bewoners gelet dan in een serviceflat en is dag en nacht personeel aanwezig.